De Alkmaarse canon

Door de lezers van de Alkmaarse Courant is de uitvinder (o.a.van de onderzeeer) Cornelis Drebbel uitgeroepen tot "De Grootste Alkmaarder aller tijden."

 Op de tweede plaats eindigde de voor mij tot kort volstrekt onbekende Patrick Cammaert, die iets belangrijks bij de VN scheen te doen. Op de derde plaats eindigde Fritz Conijn, een jonge verzetsstrijder die zijn dapperheid met zijn leven bekoopte toen hij door de "moffen" geexecuteerd werd. (En nu weet ik eindelijk ook hoe het fietstunneltje onder het spoor aan zijn naamkomt).

Enfin, in het Alkmaars Stedelijk Museum is niets te vinden over Cornelis Drebbel. Raar als je het over een Grote Alkmaarder hebt. Wel is er veel over het Alkmaars Onzet in te vinden (gaap).

Een aantal populistische partijden zoals OPA en Leefbaar Alkmaar haakt nu gretig in op de hernieuwde bekendheid van Drebbel en wil allerlei exposities rond de man in Alkmaar organiseren.
Het geeft me een wat onsmakelijk gevoel: opportunisme ten top. Een soort "VOC-mentaltiet" gevoel a la Balkenende. Kijk eens naar ons Alkmaarders. wat hebben we niet gepresteerd. Maar de Alkmaarde is wars van poeha en het motto luidt: doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg.

En Rudi Carrell (16e) staat ondertussen  met een klein beeldje weggestopt in een achterfafwijkje in de buurt van het centrum.