Over spoilers en koelkasten

Zoals elke beroepsgroep beschikt de autobranche ook over een eigen jargon en eigen mores. In het blad "Taal" stond onlangs een leuk stukje hierover.

Op het Instituut voor Autobranche en Management in Driebergen (IVA) worden poptentiele verkopers (m/v) geschoold in de "do's and dont's" van het vak van autoverkoper. Om associaties met de louche autohandel te vermijden zijn bepaalde begrippen taboe.

Als inruil ter sprake komt mag nooit het woord "handel" in de mond genomemn worden en negatieve punten van de concurrent benadrukken is ook taboe. In plaats daarvan de "eigen" pluspunten benadrukken. Verboden is "tweedehands of gebruikte auto", occasion is de juiste term. Verder geen verkleinwoorden als: Golfje of Fiatje;
niet: "boekjes erbij" maar "onderhoudshistorie". Ook niet: "plastic", maar "kunststof".

Een lijstje met jargon:

- tupperware: spoilers
- orgelpijpen: forse uitlaat
- arko: auto zonder airco: alle ramen kunnen open.
- kookstel: lpg-installatie
- negerruiten: getint glas
- een plek en een vlek: wat schade en roest
- boenderen: flink scheuren
- op 3 pitten lopen: een cilinder van de 4 doet nie mee
- knikkerbak: oude dieselauto
- gladiaal banden: gladde banden
- Marokkaanse GTI: Ford transit met gordijnen, trekhaak en imperiaal