Nu bijna begraven, maar eens een grote vernieuwing binnen het busvervoer: de strippenkaart. Geintroduceerd in mei 1980 was het een operatie om de macht van de busmaatschappijen (totaal 25) te doorbreken. Allemaal onafhankelijk opererend, ieder met zijn eigen tarieven. En voor de passagier onhandig: met 3 maatschappijen reizen betekende 3 kaartjes kopen. De strippenkaart onderving dat probleem: overal bruikbaar en met uniforme tarieven.
Alleen die zone-indeling, daar begreep niemand iets van. En dat leidde tot grijs rijden. Waarom niet alles per kilometer berekenen ? Nee, eerst een basiszone aftikken en dan bekijken hoeveel stripjes er nog meer gestempeld moesten worden.
Ja, ik heb ook veel grijs en zwart gereden. Als de automaat maar klikte, dan was het al snel goed. Te weinig afstempelen, dubbel stempelen en ongeldig stempelen.
De buschauffeurs waren aanvankelijk tegen de "stripper": bang om fooi mis te lopen. Het was de bedoeling dat de klanten hun strippenkaarten op het postkantoor/bij de sigarenboer aanschaften, zodat de chauffeur helemaal niets meer met geld te maken zou hebben. Dat idee werd al snel losgelaten toen bleek dat er wel degelijk behoefte was om een kaartje in de bus te kopen. Die was dan wel duurder.
Overigens nooit bij stilgestaan dat het getrapte vlaggetje (met de 3 treden) op de strippenkaart symbool stond voor de handelingen "pakken, vouwen en stempelen." De pijlen van boven naar beneden: in de richting van de automaat. Het handje onderaan: daar vast houden.
Enfin, de OV Chipkaart rukt op en die is wel zo makkelijk. Kun je tenminste ook in de trein gebruiken. En eindelijk kost een enkeltje gewoon de helft van een retourtje. Is er toch nog wat licht aan het einde van de NS-tunnel.
1 comment:
Ob la di, Ob la da, live goes on.:)
Post a Comment